De traditionele koffieplantages bevinden zich in een bosrijke omgeving met veel schaduw. De koffieplanten groeien uitermate goed tussen schaduwbomen zoals o.a. bananen bomen. Deze bomen zijn uiterst belangrijk om de koffieplant en de koffieplukker verkoeling te geven tegen de brandende zon, hoe langzamer de koffiebessen groeien des te beter de smaak van de koffieboon zich kan ontwikkelen. Bij de traditionele koffieplantages zijn hele gemeenschappen betrokken en vaak werken de mensen uit de gehele omgeving bij dezelfde boer.
De ligging van de koffieplantage is cruciaal voor de kwaliteit van de koffiebonen. Zo is de hoogteligging, vochtigheidsgraad, temperatuur en bodemgesteldheid enorm belangrijk voor de kwaliteit en smaak van de koffiebonen. Over het algemeen kan gezegd worden hoe hoger de koffieplantage ligt hoe beter de kwaliteit van de koffiebonen, daarom groeien de arabica koffiebonen meestal op koffieplantages die tegen de helling van een berg aanliggen. Rondom de evenaar kan arabica tot een hoogte van ca. 2300 meter boven de zeespiegel verbouwd worden, daarboven wordt de temperatuur te laag. Koffie kan absoluut niet tegen vorst, maar aan de andere kant moet de koffieplantage ook niet te laag liggen want dan kan de temperatuur voor de arabica plant te hoog worden. In de bergachtige gebieden waar een arabica koffieplantage zich bevindt zie je vaak dat de bodem bestaat uit vulkanisch materiaal de mineralen van het vulkanisch materiaal zijn een prima voedingsbodem voor de koffieplanten. De bodem moet namelijk kruimelig en diep zijn, goed lucht doorlatend, water vasthoudend, veel mineralen en een humuslaag bevatten.
Bij koffie moet je de “bodem” kunnen proeven, en door de waterdoorlatende lateriet of vulkanisch rots ondergrond is dat mogelijk. In Afrika en Zuid-Amerika vind je vooral laterietbodems denk hierbij vooral aan de typische rode ondergrond. Vulkanisch rots ondergrond komt voornamelijk voor in Midden-Amerika. Beide bodemsoorten geven een totaal andere smaak aan de koffie. Vulkanische rots ondergrond zorgt voor een lagere aciditeit en een meer nootachtige smaak, terwijl een laterietbodem de koffie een hogere aciditeit geeft.
Robusta koffieplantages liggen over het algemeen veel lager. Het robusta ras is ook veel sterker dan het arabica ras, de robusta struik kan ook een veel hogere temperatuur verdragen dan de arabica struik en is ook beter bestand tegen ziektes.
Er bestaan drie manieren om koffiebessen te oogsten, je hebt de manuele pluk, stripping en mechanische pluk. Alleen de rijpe bessen kunnen voor een koffie van uitzonderlijke kwaliteit zorgen, maar jammer genoeg zijn niet alle bessen op hetzelfde moment rijp. Een tak van een koffiestruik kan dus zowel rijpe rode bessen dragen als onrijpe groene bessen. Door voor een bepaalde oogstmethode te kiezen, kiest de boer voor een topkoffie of voor een koffie met mindere kwaliteit.
Manuele pluk:
Hierbij worden de rijpe rode bessen één voor één met de hand geplukt. De koffieplantage wordt systematisch rij voor rij afgegaan op zoek naar de diep rode exemplaren. Dit kost enorm veel tijd en mankracht, maar levert absoluut de allerbeste koffie op. Dit is ook gelijk de duurste oogst methode. Elke week wordt de cyclus herhaal net zolang totdat alle rode bessen zijn geoogst.
Stripping:
Ook bij deze methode worden de bessen manueel van de takken geritst. Deze manier van oogsten is weliswaar sneller, maar op deze manier worden ook de onrijpe bessen en bladeren meegenomen. De bloesems raken beschadigd, waardoor de groei van nieuwe bessen wordt beslecht. Bij deze methode vindt er geen selectie plaats tussen rijpe en onrijpe bonen.
Mechanische pluk:
Bij koffie plantages, welke gelegen zijn op vlakke bodems, kan mechanische pluk worden toegepast. Grote landbouw machines worden boven de koffie planten geplaatst en door middel van trillende vingers worden de bessen uit de planten geschud en opgevangen. Hierbij worden natuurlijk zowel, rijpe als onrijpe bessen opgevangen en vindt er geen selectie plaats.